Breedstraat 60 (2020)

Restauratie en behoud

De aankoop van het pand Breedstraat 60, was niet ingegeven door een dringende noodzaak tot restauratie. Het beperkte aantal zeer slechte panden is een van de overwegingen om meer werk te maken van het beheer van beschermde monumenten.

Het pand dateert uit 1643 en is gebouwd op een perceel dat toen doorliep tot aan de huidige Zuider Havendijk. In 1832 was het pand eigendom van timmerman Willem Ossen, die op het achtererf, aan de Zuider Havendijk dus, een timmerloods had.
De geveltop heeft zes treden met een toppilaster. De treden zijn afgedekt met zandstenen platen om inwateren te voorkomen.

Elke trede is voorzien van een zandstenen blok. Het fries is versierd met drie gebeeldhouwde stenen; in het midden een varend schip en aan elk uiteinde een schild dragende leeuw. Boven het zolderraam bevindt zich een geblokte boog met een kopje als sluitsteen. Tegen de toppilaster zijn twee klauwstukken aangebracht.

De onderpui is van latere datum en heeft rechts van de ingang twee grote schuifvensters. Twee stoepenbankjes begrenzen de grote harstenen stoep. De balklaag in de achterkamer is voorzien van rijk gedetailleerde sleutelstukken, voorzien van een peerkraal en roosjes op zij. De blauw en witte tegels in de gang stammen uit de zeventiende eeuw. In de voorkamer is alleen nog de fraaie bedsteewand nog aanwezig.

Het pand is vlak na de oorlog (WO II) in bezit van gemeente gekomen. De toenmalige directeur van Gemeentewerken (Douwe Ybema) heeft de achtergevel weer van een nieuwe geveltop voorzien, gemetseld van gebikte stenen, vermoedelijk afkomstig van de gemeentewerf.

Toen Stadsherstel het pand in november 2019 kocht, was daarin een fysiopraktijk gevestigd. De oorspronkelijke woningindeling was niet noemenswaardig aangepast, zodat het pand relatief eenvoudig voor de verhuur geschikt gemaakt kon worden.

Architect:Eigen beheer
Aannemer:Enkhuizer Aannemers Bedrijf EAB (Enkhuizen).
Jaar:2020

Onderstaande tekst en bijgaande foto’s zijn van Gerrit Vermeer en Klaas Koeman van de Vereniging Oud Enkhuizen. ©1919 alle rechten voorbehouden.

Bouwhistorische beschrijving Breedstraat 60 te Enkhuizen

Identificatie

Breedstraat 60, 1601 KE Enkhuizen | Rijksmonument 15005
Beschrijving: Pand met bakstenen trapgevel met in het fries drie gevelstenen, 1643; pui XVIII. Inwendig betimmering XVIII.

Situering

Het huis staat aan het brede gedeelte van de Breedstraat, die naar de uiteinden toe geleidelijk versmald. Aan dit brede gedeelte staat aan de overkant, wat verderop, het stadhuis. De Breedstraat diende tevens als zeewering. In 1361 kwam binnen de zeedijk een betrekkelijk smalle zoutwaterhaven tot stand, de (Zuider en Noorder) Havendijk. De kades daarvan dienden tevens als zeewering, vandaar de naam. Waarschijnlijk liepen de tamelijk smalle kavels in de omgeving van het huidige Breedstraat 60 oorspronkelijk van de Breedstraat door naar de Zuider Havendijk. In veel gevallen zal het woonhuis aan de Breedstraat hebben gestaan en stond aan de Zuider Havendijk een werkplaats of een pakhuis.
Het huis uit 1643 aan de Breedstraat (sectie F, perceel 481) en het pakhuis erachter op de huidige Zuider Havendijk 9 (perceel 502) hadden in 1832 dezelfde eigenaar, timmerman Willem Ossen of diens erven (afb. 1). Het pakhuis diende ongetwijfeld als timmerloods.

Afb. 1. Kadastrale minuut uit 1932. Nummer481 is Breedstraat 60. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Amersfoort)
Restauratie in 1949

In oktober 1946 vergaderde de gemeenteraad van Enkhuizen over de aankoop van Breedstraat 60.1 Raadslid Groot vond de aankoopprijs nogal hoog, maar volgens wethouder Roosendaal rechtvaardigde de historische waarde van het pand de prijs. Hij achtte het bovendien voordeliger de restauratie zelf ter hand te nemen. Directeur D. Ybema van Gemeentewerken Enkhuizen maakte tekeningen van de bestaande situatie en stelde eind 1948 het bestek voor de restauratie op. 2 Die ving die eind januari 1949 aan. 3 Aanvankelijk verhuurde de gemeente het pand. 4

Een update in 1979

De gemeente wilde graag het Zuiderzeemuseum in aanbouw in Enkhuizen faciliteren en verkocht de woning in 1977 daarom bij wijze van dienstwoning aan directeur Uddo E.E. Vroom (1933-2017). In die tijd werkte Vroom zeer voortvarend aan de opbouw van het Buitenmuseum, waar van elders afkomstige panden herrezen. Hij vroeg een vergunning aan voor een verbouwing van volgens opgave van 90.000 gulden, waarvoor hij ook subsidie aanvroeg. 5 Het Architectenbureau De Jong & Gortzak, dat veel van de panden in het Zuiderzeemuseum herbouwde, maakte de plannen voor deze kennelijk ingrijpende restauratie. Uit de tekeningen en de aanvraag voor de bouwvergunning valt nauwelijks op te maken waaruit de werkzaamheden bestonden. Wellicht kwamen bij deze verbouwing de op de begane grond aanwezige historiserende lambriseringen en de boekenkast in de achterkamer tot stand. De voorkamer zou ingericht worden tot winkel voor de vrouw van de directeur. Verder lijkt er een centrale verwarming te zijn aangebracht en wellicht ook een nieuwe keuken. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist verzuimde advies te geven, zo meldt het aanvraagformulier: ‘Bij schrijven van 21-3-’78 is de ontvangst van het verzoek om vergunning ex art. 14 der Monumentenwet bevestigd, doch voor zover mijnerzijds is te overzien is die vergunning nog niet verleend. Aangezien bij schrijven van gelijke datum aan dhr. Vroom is bericht dat het plan voorshands geen bezwaar ontmoet en 6 maanden na datum de vergunning wordt geacht te zijn verleend, behoeft met de standpunten van de Rijksdienst
geen verdere rekening te worden gehouden.’ De benodigde subsidie-aanvragen werden doorgezonden aan de Provinciale Directie Volkshuisvesting en Monumentenzorg. Vroom ging uiteindelijk niet in Breedstraat 60 wonen en ook de winkel ging niet door. Hij betrok het Zaanse huis in het Buitenmuseum en zijn vrouw ontfermde zich over de souvenirwinkel van het in 1983 geopende Zuiderzeemuseum, ondergebracht in BV Piscator. Vroom bleef echter eigenaar van het voor een gunstige prijs verkregen pand in de Breedstraat. In 1986 vertrok Vroom om directeur te worden van het Amsterdams Historisch Museum. Daar werd hij na anderhalf jaar geschorst en kreeg hij per 1 maart 1989 oneervol strafontslag wegens geconstateerde onregelmatigheden, die zich zowel in Enkhuizen als in Amsterdam hadden voorgedaan. 6 Het ging daarbij om uiteenlopende vormen van financieel wangedrag, waarover de instanties geen nadere bijzonderheden verstrekten.

Beschrijving

Het huis met op de gevel het bouwjaar 1643 behoort tot het tot ver in de zeventiende eeuw in Enkhuizen gangbare type: een smal, diep huis met trapgevel bestaande uit een begane grond en een zolder. Aan de achterzijde bevond zich al in 1832, zo toont de kadastrale minuut, een keukenuitbouw. Het pand heeft geen gemene gevels met de buurpanden: aan weerszijden bevinden zich smalle druipgangen.


Voorgevel
De voorgevel bestaat uit een achttiende- of negentiende-eeuwse onderpui en een geveltop uit 1634 met zes treden en een toppilaster (afb. 2). In de onderpui bevinden zich drie assen, met links de ingang en rechts daarvan twee hoge schuifvensters. De geveltop bevat slechts een as met een wat groter zoldervenster en een kleiner licht voor de vliering. De natuurstenen lijst boven de onderpui steekt boven de deur met bovenlicht links iets naar voren. Dit wijst er op dat de deur zich ook al voor de bouw van de huidige onderpui links bevond, waarschijnlijk al vanaf de bouw in 1634. Inderdaad strekt zich achter de deur een gang uit tot aan de achterzijde van het pand met natuurstenen vloertegels uit de zeventiende eeuw.

Afb. 10. De achtergevel in 1948. Westfries Archief, Hoorn.

In het gemetselde fries boven de puilijst bevinden zich drie gevelstenen. In het midden een soort van jacht met volle zeilen en op de uiteinden schilddragende leeuwen, zonder wapen (afb. 3-5). Langs de bovenkant van het fries loopt weer een natuurstenen lijst. Alle treden dragen op halve hoogte een sierblokje. De dekstenen van de derde trede zetten zich voort in een ononderbroken lijst die over de ontlastingsboog van het zoldervenster loopt. Aan de uiteinden van de treden bevindt zich om de andere metsellaag een klezoor, die dient om vanuit het kruisverband tot een rechtstand te komen. Klezoren ontbreken aan weerszijden van het zoldervenster, wat er op wijst dat dit openig moment een verbreding onderging, waarbij ze verdwenen. De bovendorpel van het kozijn reikt nu aan weerszijden tot onder het aanzetblokje van de ontlastingsboog erboven. Vermoedelijk strekte het oorspronkelijke kozijn zich uit binnen de ontlastingsboog.

Afb. 12. De lengtedoorsnede in 1948. Westfries Archief, Hoorn.


De gedrukte ontlastingsboog boven het zoldervenster ontspringt uit zandstenen aanzetblokjes aan weerszijden (afb. 6). De gemetselde boog bevat verder twee sierblokjes en een sluitsteen met een meisjeskopje in reliëf. De gevelsteen in het boogveld, versierd met bandornamenten, bevat het bouwjaar 1634. Op de lijst van de derde trede staat het venster van de vliering (afb. 7). Deze heeft aan weerszijden een klauwstuk met hetzelfde vlakke bandornament als in de jaartal steen. Boven de bovendorpel steekt een natuurstenen lijst tamelijk ver naar buiten. De boog daarboven, uitgehakt in een natuurstenen blok met wederom bandornamenten, bestaat uit twee schuine en een horizontaal segmenten. De steen sluit aan op de kraagsteen van de toppilaster daarboven. Deze is versierd met een masker in reliëf. De toppilaster steekt boven de bovenste trede uit en wordt daar aan weerszijden geflankeerd door een klauwstuk, opnieuw versierd met een vlak bandornament (afb. 8). De bandornamenten zijn consequent over de gehele gevel toegepast, waaruit blijkt dat deze in samenhang voor deze gevel werden vervaardigd. Op zich komen dergelijke bandmotieven in de eerste helft van de zeventiende eeuw niet vaak voor. De muurankers hebben een gespleten krul op de uiteinden (afb. 7). Een belangrijk onderdeel van de restauratie in 1949 vormde de voorgevel, die een nieuwe verankering kreeg. Het is onduidelijk of de schieters van de verankering bij die gelegenheid zijn ervangen. Voor de gevel strekt zich een hardstenen stoep uit van Naamse steen, met aan weerszijden een stoep bankje (afb. 9).

Afb. 17. De plattegrond in 1948. West-Fries Archief, Hoorn.

Achtergevel
In 1948 beschikte de achtergevel al niet meer over een geveltop (afb. 10). Die had plaats gemaakt voor een dakvlak. Het resterende deel van de gevel maakte plaats voor een nieuwe topgevel, naar de eisen van die tijd met een spouw (afb. 11). Bruikbare bakstenen werden na te zijn afgebikt afgevoerd naar de gemeentewerf, maar vonden hier niet opnieuw toepassing, al was dat aanvankelijk misschien wel de bedoeling. Het bestek noemt de nieuwe ankers tegen de achtergevel ‘volkomen gelijk’ an die tegen de voorgevel. De zandstenen onderdelen, twee zandstenen dekplaten en twee consoles in de nieuwe geveltop, kwamen vermoedelijk van de gemeentewerf. Ybema ontwierp een nieuwe tuitgevel met tussentrapje, geïnspireerd op Enkhuizer voorbeelden uit de zeventiende eeuw. Tegelijkertijd met de achtergevel kwam ook de daarop aansluitende keukenuitbouw tot stand ter vervanging van de oude (afb. 12, 17). Deze beschikte over een kleine, ondiepe bak, in het bestek aangeduid als kelder.

Afb. 24. Dwarsdoorsnede met voorkamer in 1948. Westfries Archief, Hoorn.
Afb. 25. Dwarsdoorsnede met de achterkamer. Westfries Archief, Hoorn.

Houtconstructie
Op de begane grond telt de zoldering zes eiken trekbalken (afb. 12). De voorste twee steunen aan weerszijden op consoles, gemetseld uit kunstig gevormde bakstenen (afb. 13). Daarover ligt een klassiek geprofileerd sleutelstuk. De achterste sleutelstukken in de achterkamer vertoont een klassiek profiel, de voorlaatste twee een sleutelstuk met een peerkraal op de neus en een gesneden roosje opzij (afb. 14, 15). De sleutelstukken
met peerkraal vonden in 1634 al lang geen toepassing meer. Ze komen niet voor op de tekeningen van Ybema uit 1948. Het valt daarom niet uit te sluiten dat deze sleutelstukken zijn toegevoegd in 1979, toen meer oude onderdelen van elders werden aangebracht. Op de zolder gaat de oude kapconstructie vrijwel geheel verscholen achter de later aangebrachte afwerking van de slaapkamers en de badkamer. Op enkele plaatsen valt te zien dat de jukken bestonden uit eiken krommers en een dekbalk (afb. 16). Bij het aanhelen van het afgeknotte dak vonden gordingen toepassing, die voordien in de kapconstructie ontbraken. De gordingen strekken zich uit over tenminste het achterste deel van de kap.

Indeling beneden
Het huis beschikt nog over de indeling die Ybema in 1948 aantrof afb. 17). Links loopt een gang door tot aan de achtergevel. Rechts daarvan bevinden zich een voorkamer van twee balkvakken, en achterin het pand een wat diepere achterkamer. De voorkamer beschikt over een oude bedsteewand met in het midden een bedstee en aan weerszijden een kast (afb. 24). De achterwand daarvan bestaat uit een bakstenen tussenmuur, die een rondbogige doorgang heeft in de gang. Op die plaats versmalt de gang zich. Aan de andere zijde van de tussenmuur bevond zich in de achterkamer opnieuw een bedsteewand, maar deze maakte in 1979 plaats voor een pompeuze, classicistische boekenkast. Achter deze bedsteewand bevonden zich tevens de laddertrappen naar de zolder (afb. 25).

De gang
De met zwarte en witte marmeren tegels bekleedde gang kreeg in 1949 een opknapbeurt (afb. 18). Daarbij werden de tegels tijdelijk afgenomen. De gebroken tegels werden gerepareerd. De gang zou heel goed nog kunnen dateren uit de bouwtijd van het huis. De blauw op witte tegels stammen uit de zeventiende eeuw.
Tegels met een overeenkomstig thema zitten in grote aantallen bijeen. In het voorste gedeelte overheersen tegels met hazen en honden. Verder naar achteren bevinden zich tegels met alle denkbare voorstellingen, waaronder ook militaire handelingen overgenomen uit Jacques de Gheyns’ Wapenhandelinghe van Roers Musquetten ende Spiessen uit 1607. Verder kastelen, allegorische voorstellingen, schepen en huisjes (afb. 20, 21). Een tegel heeft ruime hoekversieringen gebaseerd op het Chinese porselein uit de tijd van keizer Wanli (1563-1620) (afb. 22). Achterin de gang bevindt zich een groot aantal regels met voorstellingen van zeegoden (afb. 23).

Interieur
De voor- en achterkamer kregen in 1949 een betonnen vloer met daarover een houten dekvloer. Nieuwe gemetselde schoorstenen dienden als extra stookplaatsen. Door de komst van een centrale verwarming verloren de nog aanwezige schoorstenen hun functie. Binnen maakte de lambrisering onder de vensters in de
voorgevel plaats voor een klamplaag, waardoor er brede vensterbanken kwamen. Tijdens de restauratie werden de wanden voor de bedsteden tussen de voor- en achterkamer tijdelijk verwijderd. Herma van de Bergh vermoedde dat de bedsteewand in de voorkamer uit de achttiende eeuw stamt (afb. 26). 7 Boven de dubbele deur van de bedstee bevindt zich een gesneden console, waarvan de onderzijde bestaat uit een uitgestoken hand met daarop bloemen en een vogel (afb. 27). Dit snijwerk lijkt in het derde kwart van de achttiende eeuw tot stand te zijn gekomen.
Bij de herplaatsing in 1949 van de bedsteewand in de achterkamer maakten de twee laddertrappen naar de zolder plaats voor twee vaste, rechte trappen. Op de voordien open zolder kwam in 1949 een badkamer

en drie met board afgewerkte slaapkamers. In 1979 kwam overal in het huis luxe betimmeringen met een historiserend karakter.

Conclusie

Het rijksmonument Breedstraat 60 beschikt over een bijzondere geveltop uit 1643. Uit de bouwtijd stamt ook nog tenminste een deel van de balklaag beneden en de kapconstructie met eiken krommers. Uit de zeventiende eeuw stamt ook de lange gang, die in de bouwtijd in zwang begon te komen. Van de twee bedsteewanden resteert nog die in de voorkamer, die snijwerk vertoont in de Lodewijk XV-stijl. De bedsteewand lijkt zich nog op de oorspronkelijke plaats te bevinden.


Noten

1 Nieuw Noordhollandsch Dagblad, 8 oktober 1946, p. 2.

2 Westfries Archief, Hoorn (WFA), toegangsnr. 1325_BD Gemeente Enkhuizen, bouwvergunningen 1905-1979, inventarisnr. 690, Enkhuizen, Breedstraat 60; Restauratie woning, 31 januari 1948; toegangsnr. 0131, Dienst Gemeentewerken Enkhuizen, 1922-1979, inventarisnr. 4248, Stukken betreffende het uitvoeren van het restauratieplan en onderhoud aan het perceel Breedstraat 60, 1947-1977.

3 Nieuw Noordhollands Dagblad, 26 januari 1949, p. 2.

4 Nieuw Noordhollands Dagblad, 9 augustus 1949, p. 2.

5 WFA, toegangsnr. 1325_BD, Gemeente Enkhuizen, bouwvergunningen 1905-1979, inventarisnr. 693, Enkhuizen, Breedstraat 60; Veranderen woning, 6 februari 1979

6 Het Parool, 5 augustus 1988; Trouw, 6 augustus 1988; Leeuwarder Courant, 8 augustus 1988; Nieuwsblad van het Noorden, 9 augustus 1988; Het Vrije Volk, 9 augustus 1988; Het Parool, 11 augustus 1988; NRC Handelsblad, 12 augustus 1988; Het Parool, 13 augustus 1988; Trouw, 13 augustus 1988; Nieuwsblad van het Noorden, 15 augustus 1988; Trouw, 17 september 1988; Het Parool, 12 oktober 1988; Trouw, 12 oktober 1988; NRC Handelsblad, 14 december 1988; Het Parool, 14 december 1988; De Volkskrant, 14 december 1988; Het Parool, 15 december 1988.

7 Herma M. van den Berg, De provincie NoordHolland, Tweede stuk: Westfriesland, Tessel en Wieringen, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel VIII, ’s-Gravenhage 1955, p. 79-80.

Afb. 2. Voorgevel Breedstraat 60. foto auteurs: Gerrit Vermeer/Klaas Koeman
Afb. 3. Gevelsteen in het vries. Foto auteurs.
Afb. 4. Gevelsteen in het vries. Foto auteurs.
Afb. 5. Gevelsteen in het vries. Foto auteurs.
Afb. 6. De ontlastingsboog boven het zoldervenster. Foto auteurs.
Afb. 7. Het venster van de vliering. Foto auteurs.
Afb. 8. De klauwstukken aan weerszijden van de toppilaster. Foto auteurs.
Afb. 9. Het rechter stoepbankje. Foto auteurs.
Afb. 11. De achtergevel uit 1949.
Foto auteurs.
Afb. 13. De zolderbalken in de voorkamer.
Foto auteurs.
Afb. 14. De twee achterste
zolderbalken in de achter­
kamer. Foto auteurs.
Afb. 15. De voorlaatste zolderbalk. Foto auteurs.
Afb. 16. Een van de krommers op zolder.
Foto auteurs.
Afb. 18. De betegelde gang, gezien naar achteren. Foto auteurs.
Afb. 19-21. Faiancetegels in de gang. Fotos auteurs.
Afb. 22. Tegel met Wanlimotief. Foto auteurs
Afb. 22. Tegels met zeegoden. Foto auteurs.
Afb. 26. De bedsteewand in de voorkamer. Foto auteurs.
Afb. 27. Snijwerk in de bedsteewand. Foto auteurs.