Breedstraat 80 (1980)

Restauratie en behoud

Het als Gomarushuis bij de Stichting Katholieke Jeugdcentrale in gebruik zijnde pand werd op 29 december 1977 aangekocht van projectontwikkelaar Centerbouw.

Het pand (rijksmonument) is een bijna 15 m diep pand met een (niet monumentale) aanbouw, welke aanbouw bij de restauratie is vervallen.

Al in een vroeg stadium werd, omdat er zich tijdens de planvoorbereiding een belangstellende koper aandiende, besloten het pand geen woonbestemming te geven maar een kantoorbestemming. De aanvang van het werk vond plaats in 1979, en terwijl de werkzaamheden in volle gang waren moest Monumentenzorg wegens financiële redenen afhaken. Eind 1981 kwam de zaak pas financieel rond. Na de oplevering is er een notariskantoor in gevestigd.

Architect:Hangelbroek-Gouwetor Architecten (Hoorn).
Aannemer:Ramkema & Dangermond (Enkhuizen).
Jaar:1980

Nadat het katholieke jeugdcentrum het pand Gomarushuis had verlaten is het aangekocht door Centerbouw B.V. Van die vennootschap was makelaar De Wit, die aan de overkant woonde, mede-eigenaar. Die aankoop was in zekere zin strategisch van aard; de heer De Wit had alle belang bij een goede buur. Het pand is op 29 december 1977 gekocht door de N.V. Stadsherstel Enkhuizen voor de som van ƒ 75.000.

Het pand verkeerde in een zeer slechte staat. Enkele zolderbalken waren zo ver ingerot dat ze geen oplegging meer hadden in de muur. Alle binnenwanden waren uit het pand verwijderd evenals de achtergevel op begane grondniveau, waardoor de ruimte één geheel vormde met de (niet-historische) aanbouw. De negentiende-eeuwse voorgevel was al voorzien van een pleisterlaag, om het vocht beter te kunnen weren. De gevel was slecht en is geheel opnieuw opgetrokken van een nieuwe baksteen en weer gepleisterd. Na het slopen van de aanbouw is de achtergevel hersteld met een uit het werk afkomstige restauratiesteen.
Het opstellen van het restauratieplan is opgedragen aan Hangelbroek-Gouwetor Architecten uit Hoorn. Het pand is geheel ingemeten met de intentie er (weer) een woonhuis van te maken.

Nadat de eerste contouren van indeling waren bepaald, meldde mevrouw Veenenbos (Commissaris bij Stadsherstel) dat zij belangstelling had voor het pand, om daarin haar notariskantoor te vestigen. Nadat ze de vergadering op eigen verzoek verliet, heeft de Raad van Commissarissen, na afweging van belangen, unaniem besloten het verzoek tot verkoop aan mevrouw Veenenbos in te willigen. Echter, op basis van een nader door de directeur te formuleren voorstel.
Het pand is voor ƒ 100.000 aan mevrouw Veenenbos verkocht en vervolgens in
opdracht van en voor rekening en risico van haar gerestaureerd en ingericht tot
kantoor.
Het plan is verder uitgewerkt op basis van een in overleg met mevrouw Veenenbos opgesteld programma van eisen. De directie is gevoerd door Stadsherstel. Met de restauratie en de verbouw tot kantoor was een bedrag gemoeid van ƒ 430.000.
Het werk is uitgevoerd door Ramkema & Dangermond (bouwkundig), Sasburg Electrotechniek B.V. (elektrische installatie), Installatiebureau Rutgers B.V. (centrale verwarming) en Firma Putting en Zoon (schilderwerk). In april 1980 is het kantoor in gebruik genomen.

De bewoners

Op de Breedstraat, die deel uitmaakt van de Westfriese Omringdijk, woonde op nummer 80 de heer Christiaan Liev(z)e met zijn vrouw Elisabeth Bonte. In 1735 besloten zij tot verkoop en dat gebeurde voor de schepenen van de stad,
op 12 april.

Het werd overgeschreven op de naam Jan Blankaart, president van kleine ge-
rechtszaken, voor een bedrag van ƒ 1.200.42
Al na vier jaar besloot Jan Blankaart te verhuizen en zijn woning, met uitgang
aan de Zuiderhavendijk en staande ten noorden van de oud-katholieke kerk, te
verkopen. Zou hij binnenshuis de boel opgeknapt hebben, want de prijs is gestegen tot ƒ 4.000?

Op 5 september 1739 krijgt Claas Goethoorn de huissleutels in handen.43
Het beviel Claas Goethoorn zeker goed op Breedstraat 80, want gedurende 23
jaar bleef hij op zijn plek. Pas in 1762 kwam er een nieuwe bewoner, een burge-
meester nog wel. Hij droeg de naam Pieter Som. Deze burgervader woonde niet alleen, maar was gehuwd met Theodora Ruyter. Helaas overleed zij en de man hertrouwde Clara Baart. Pieter Som kwam te overlijden in 1778 en werd begraven in de Westerkerk, (grafnummer 307 zuidkap). Zijn woning werd door zijn erfgenamen verkocht.

Op 19 april 1797 vond de overdracht plaats voor de schepenbank en voor ƒ 487 tekende Abel van de Willige het koopcontract. Hij was een belangrijke Enkhuizer, werkzaam als notaris van 1749-1784, en vervulde daarnaast diverse functies zoals bewindhebber VOC, stadssecretaris en baljuw van Vlieland. Na zijn overlijden besloot de weduwe tot verkoop.44

De korenmolenaar en landeigenaar Jan Botman betaalde op 24 februari 1802 het bedrag van ƒ 600 voor zijn nieuwe onderkomen. De prijs was weer aardig gestegen.45
Vader Jan Botman en moeder Christina Maria Poort kregen vier dochters en één zoon en de laatste kreeg de naam Richardus Johannes. Dat was allemaal vreugdevol, maar ook verdriet werd ze niet bespaard. Bij een noodlottig ongeval bij het uitvaren van haringbuizen in 1815 is het dochtertje Anna op 13-jarige leeftijd overleden.

Vóór die tijd, in 1808 hertrouwde Jan Botman na het heengaan van zijn eerste
vrouw met Catharina Adriana Palm. Na het sterven van Jan Botman maakte de notaris op 10 februari 1851 een inventaris op van de nagelaten goederen. Hij deed dat zeer gedetailleerd en noemde alle vertrekken in het woonhuis: benedenkamer, binnenkamer, achterkamer, keuken, klerenzolder, ovenvoorkamer, meidenkamer, zijkamer, provisiekamer met een kantoor. De onroerende goederen bestonden uit: het woonhuis Breedstraat 80, een pak-
huis met zaadzolder op de Wierdijk, een boerderij op de Oudegracht, de koren-
molen De Colhorn en het erf bij de geamoveerde (gesloopte) Zuidermolen met
10 percelen grasland.

Richardus Johannes Botman, de enige zoon, ontving naast zijn erfdeel zijn vaders gouden repetitiehorloge, een zilveren snuifdoos, twee zilveren schoengespen met een zilveren broekgesp, getaxeerd op een bedrag van ƒ 109.
Ook de kleding ging naar zoonlief: zeven halfhemden, acht borstrokken, drie broeken, twee korte broeken, drie vesten, zes linnen en twee katoenen hemden, negen paar kousen, twee hoeden, een duffelse en een lakense jas en tenslotte drie blikken zaktabakdozen met een waarde van ƒ 46.46

De korenmolenaar Richardus Johannes Botman en zijn vrouw Eva Karsten ver-
kochten in 1852 het woonhuis met een geschatte waarde van ƒ 490.

De nieuwe bewoners verschenen op 10 juli 1852 voor de notaris en Maarten
Bloemendaal
en zijn vrouw Willemijntje de Wit gingen akkoord met het bedrag van ƒ 900.

Het adres was Breedstraat 80, kadaster F 490, groot 2.80 are.47 Daar werden drie kinderen geboren van het echtpaar Bloemendaal.
Op 24 augustus 1867 vond de scheiding van goederen plaats, die na het overlijden van Maartens vrouw in 1862 onverdeeld was gebleven.
De woning op de Breedstraat werd getaxeerd op een waarde van ƒ 1.000.48
Notaris Gerardus Pieter Nijhoff regelde op 28 december 1876 de transportakte
van een huis ingericht tot kuiperij met pakhuis op de Zuiderhavendijk en de woning op de Breedstraat.

Voor ƒ 1.500 werd Jacob Koomen de nieuwe bezitter.49
Na het overlijden van Jacob zijn de enige erfgenamen: zijn moeder, Cornelia
Nieuwboer, en zijn broer, Pieter Koomen. Op 21 juni 1910 werden de onroerende goederen, waarvan eerdere koopaktes niet meer aanwezig waren, getaxeerd op ƒ 7.700 en in eigendom toegewezen aan Pieter Koomen, die aan zijn moeder een bedrag van ƒ 3.850 moet uitbetalen.

Pieter Koomen kwam nu in het bezit van Breedstraat 80, kadaster F 1603, groot 1.37 are met een getaxeerde waarde van ƒ 2.175.50

Op een openbare veiling in café De Doele op 1 juli 1920 kwam Jacob Sietses Fzn voor een bedrag van ƒ 2.460 als bezitter uit de ‘strijd’.51

Enkele maanden later op 19 augustus 1920 verscheen voor de notaris Simon
Vijzelaar
, schilder van beroep, waar hij met zijn vrouw Anna Wilhelmina van
Doorn
in het bezit van de woning kwamen, ‘in de staat waarin het zich nu be-
vond’, voor ƒ 2.710.52
(NB De aansluitende gegevens zijn in de kadasterregisters gevonden, want de notariële akten zijn na 1925 nog niet openbaar.)

Klaas Vijzelaar, schilder, werd in 1944 ingeschreven in de kadasterregisters als
eigenaar. Omstreeks 1945 lezen we namen van Hendrik en Albert de Graaf, aannemers, in de registers genoteerd.

Na een verbouwing werd op 3 juli 1965 het huis gebruikt door Stichting
Katholieke Jeugdcentrale
. Onder de naam Gomarushuis. De beheerders van het gebouw, Henk van Galen en zijn vrouw Rie van Galen-Veldhoven, waren daar werkzaam tot de sluiting in 1977.53

Het woonhuis, dat als één van de zes gerestaureerde panden op het schildje van Stadsherstel is afgebeeld, werd in 1977 in eigendom verkregen.

___________

42 Hoorn, Westfries Archief (WFA), Stadsarchief Enkhuizen (SAE) 4965
43 Hoorn, WFA, SAE, 4967
44 Hoorn, WFA, SAE, 4971
45 Hoorn, WFA, SAE, 498
46 Hoorn, WFA, Notarieel Archief (NAEh) kantoor II.24 (aktenummer 2845)
47 Hoorn, WFA, NAEh, kantoor II.27 (aktenummer 3051)
48 Hoorn, WFA, NAEh, kantoor II.60 (aktenummer 5967)
49 Hoorn, WFA, NAEh, kantoor II.92 (aktenummer 3081)
50 Hoorn, WFA, NAEh, kantoor I.115 (aktenummer 219)
51 Hoorn, WFA, NAEh, kantoor I.153 (aktenummer 334)
52 Hoorn, WFA, NAEh, kantoor I.153 (aktenummer 394)
53 Jaap Braakman, Gebouwd op de schouders van het voorgeslacht, 2006

Breedstraat 80. Herfst 2012
De zolderbalk en de krommer dragen niet meer.
De balklaag is hersteld en de krommer is aangeheeld.
De voorgevel is opgetrokken van nieuwe steen en weer voorzien van een pleisterlaag
Stenen bikken voor hergebruik in de achtergevel.
De geheel vernieuwde voorgevel naar originele indeling.
Nieuwe achtergevel op basis van reconstructie.