Hofje J.M. de Vries: Westerstraat 73 (1995)

Restauratie en behoud

In de panden Westerstraat 73, Torenstraat 38 en Torenstraat 40 is het z.g. hofje van liefdadigheid van Johanna Margaretha de Vries gevestigd. Het hofje is na haar overlijden in 1849 gesticht en gerealiseerd in de drie panden die tot woonhuis diende van mevrouw De Vries.

Westerstraat 73 heeft een sobere recht afgesloten gevel, XVIII, waarin de rijk gesneden Lodewijk XV deur en bovenlicht opvallen, die reeds een eveneens rijk bewerkt interieur doen vermoeden. Het huis werd door de liefdadige stichting de Vries tot oude dameshuis bestemd en in oorspronkelijke toestand bewaard. De lange gang die doorloopt tot de Torenstraat, heeft een plafond met Lodewijk XV stucwerk en in de vestibule een figurale voorstelling in stuc tegen de wand.

In de tussenkamer een eenvoudige schouw, waarin een schilderstukje met een allegorische voorstelling; een vertrek aan de binnenplaats is van geschilderd behang voorzien met landschappen en stoffagefiguren en heeft een marmeren schoorsteenmantel.

De panden verkeerden in verwaarloosde toestand, mede omdat er ingevolge de testamentaire opdracht geen of zeer weinig huur werd gevraagd. Door jarenlange inflatie kon de bedoeling van mevrouw De Vries (onderhoud ten laste van de opbrengst van het stamkapitaal) geen stand houden. Voor het instandhouden van de panden is de Stichting Hofjesbeheer Enkhuizen opgericht. Die stichting heeft de panden geheel gerestaureerd en het hofje van J.M. de Vries exploiteert de panden. De financiering is mede mogelijk gemaakt door een door een achtergestelde lening van de Jacob van Wagtendonkstichting en een aantal bijzondere bijdragen uit regionale fondsen.

De werkzaamheden zijn onderhands aanbesteed onder drie regionale bedrijven. Het complex bevat thans 7 appartementen en een stijlkamer.

Architect:Hangelbroek-Gouwetor Architecten (Hoorn).
Aannemer:Ramkema & Dangermond (Enkhuizen).
Jaar:1995

De kleding van Marijtje bestond onder meer uit een groen jak met een gebloemde rok van calenminck (geglansde stof), rokken van chits (bedrukt katoen), een zijden jurk en schorten, witte schorteldoeken, witte en gekleurde kousen. De mutsen, hullen, halsjes en mouwtjes die door Marijtje werden gedragen waren alle voorzien van kantstroken.
De kleding werd met de huishoudelijke goederen aan de dochters Antje, Sijbregje. Lijsbetje en Marijtje Wiggers gelegateerd. Voor dochter Marijtje die niet over haar gelegateerde goederen kan ‘regeren’ worden in het testament twee voogden aangesteld.

Didrik Arnold de Vries bekleedde tal van functies in de stad. Hij was getrouwd met Aafje Ris. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren. Twee zoons, beiden niet getrouwd, overlijden. De andere zoon Nicolaas Hendrik de Vries trouwde met Joanna Margaretha Buyskes, zij kregen vijf kinderen. Ook hij bekleedde meerdere functies. Bij zijn overlijden in 1809 liet hij een aanmerkelijk vermogen en een kunstverzameling na. Hun zoon Didrik Arnold, trouwde met Cornelia Immegonda van Vossen. Zij waren de ouders van Johanna Margaretha de Vries, gedoopt op 19 januari 1794. Nadat haar ouders overleden waren, bleef zij in het huis in de Oude Westerstraat wonen samen met haar dienstbode Elisabeth Hartman.

Johanna Margaretha overleed op 2 juli 1849. Bij testament bestemde zij haar vermogen voor een deel aan het Gereformeerde Weeshuis, de diaconie van Nederlands Hervormde Gemeente en enkele andere godsdienstige instellingen. In het testament is ook opgenomen de bepaling dat het door haar bewoonde huis zou worden ingericht tot een Gesticht van Liefdadigheid. De door haar aangewezen vertrekken moeten door acht hervormde gezinnen worden bewoond.

Westerstraat 83 herfst 2012.
De lange gang, die doorloopt tot de Torenstraat, heeft een plafond met Lodewijk XV-stucwerk
De Vriesstichting tekening P. Bakker.
Het geschilderde behang is aangebracht door de “Hoornse behangselfabriek”.
De kelder van Torenstraat 38 tekening P. Bakker.
Rémon en Michel Chattellon graven de kelder onder Torenstraat 38 uit.
Michel Chattellon reinigt de tegels van de keldervloer.